Met de aankomst afgelopen dagen van wielewaal, wespendief, zomertortel, grauwe vliegenvanger en fluiter is het hele palet aan zomervogels nu toch compleet. Ook voor deze soorten geldt dat ze niet vroeg zijn dit jaar. Maar mijn indruk is dat zeker de aantallen fluiters en grauwe vliegenvangers behoorlijk goed zijn. Daarentegen is mijn indruk dat gekraagde roodstaart een wat mager jaar heeft. Maar zonder tellingen kan je dit als boterzachte beweringen beschouwen.
Er zijn van die vliegenvangermannen waar je bijna medelijden mee zou krijgen. Je kan ze losers noemen, of misschien gewoon pechvogels. Het zijn de mannen die nu nog druk aan het zingen zijn, en waarvan de kans nog maar klein is dat ze dit jaar een vrouw gaan krijgen. Een deel van die mannen kennen we al van vorige jaren, en hun geschiedenis is ook niet altijd om vrolijk van te worden. Zo vingen we in nestkast 673 een ongepaarde man, die in 2018 als nestjong was geringd niet al te ver van deze plek. De eerste keer dat we hem weer zagen was in 2020, toen hij als ongepaarde man een heel seizoen zat te zingen in een ander nestkastplot, zo’n 5 km westelijker. In 2021 kregen we hem niet in het vizier, maar in 2022 zat hij weer op dezelfde plek. Weer een heel seizoen vergeefs zingend, zonder een vrouw te krijgen. Dit jaar is hij al vijf jaar oud, wat veel is voor een vliegenvanger, maar wederom lijkt het een verloren jaar te worden. Zeer mogelijk heeft hij in al die vijf jaar geen enkel broedsel grootgebracht. Als vliegenvangerman zou je aan jezelf moeten gaan twijfelen. Hij heeft in ieder geval geprobeerd om het dit jaar anders te doen, door te verhuizen, maar tot nu toe zonder resultaat. In onze ogen ziet hij er overigens best goed uit: een behoorlijk zwarte rug, en grote witte vleugelvlekken, dus daar zal het niet aan liggen.
We vingen nog een andere pechvogel. Geboren in 2019, en sindsdien ieder jaar braaf terugkerend naar hetzelfde nestkastgebied. Hij weet het gebied wel goed te vinden, maar vrouwen weten hem helaas slecht te vinden: in 2020 een heel seizoen ongepaard, in 2022 weer, en tot nu toe lijkt ook dit jaar weer weinig succesvol te verlopen. Alleen in 2021 lukt het hem om een nest groot te brengen, en dat was ook maar ternauwernood. Pas laat in het seizoen lukte het. Dus er is nog hoop voor hem.
De vraag is nu of dit soort anekdotes er op wijzen dat er vliegenvangermannen zijn die gewoon slecht vallen bij de vrouwen. Of is het eigenlijk toeval wie wel en wie niet gepaard raakt? We moeten maar eens goed gaan analyseren of mannen systematisch verschillen in de kans dat ze ongepaard blijven. Gelukkig kunnen we daar na 17 jaar data verzamelen wel iets over zeggen. Maar dat moet wachten tot na het veldseizoen.