5 mei 2025: babyboom in het bos.

Ondanks de suggestieve titel ga ik niet schrijven over net ontspruitende eikels of beukennootjes, die nu hun twee blaadjes boven de strooisellaag uitsteken. Nee, dit gaat over de geboortegolf die nu gaande is.

Het prettige van zelf het relatief simpele werk van de vijfdaagse nestkastcontrole nog te doen, is dat je de vinger aan de pols houdt hoe ver de vogels zijn. En vandaag bleek er opeens een echt babyboom te zijn bij de mezen. Misschien wel in de helft van mijn nesten waren de jongen de afgelopen dagen uit hun ei gekropen. Met een beetje oefening kan je goed inschatten hoe oud die jongen ongeveer zijn. Als ze nog donkerroze zijn, dan komen ze net uit het ei (dag 0 in ons jargon). Vanaf daar groeien ze hard. Ik kan moeilijk zeggen hoe precies de jongen op dag 1 er uit zien, maar ik heb een heel goed gevoel hoe groot jongen op dag 2 moeten zijn. In een ver verleden heb ik eindeloos vaak bloed geprikt bij jongen die precies twee dagen oud waren, en in mijn systeem zit het vastgebeiteld hoe groot en dik die pootjes dan zijn (want die kregen een klein prikje zodat ze ons een druppeltje bloed gaven). Tegen dag 7 gaan de ogen open, etc. Ik denk dat ik een redelijke groeicurve in mijn hoofd heb zitten, maar voor de zekerheid hebben we ook nog een fotoserie van al die leeftijden zodat ook studenten op een relatief betrouwbare manier kunnen schatten.

Zo ziet z’n babyboom er uit.

Die mezenbroedsels lijken wat traag dit jaar. Omdat we precies weten wanneer het eerste ei is gelegd, en ook hoeveel eieren er zijn gelegd, kunnen we ook uitrekenen wanneer de jongen uit zouden komen. In de meeste jaren broeden de mezen 13 dagen op hun jongen, maar dit jaar is dat vaak een paar dagen langer. Of misschien is dit niet helemaal waar: het kan immers ook zijn dat ze hebben besloten een paar dagen nog niet te gaan broeden nadat ze hun legsel compleet hadden (in jargon een broedpauze, niet te verwarren met een legpauze, wat betekent dat er niet elke dag een ei is gelegd). Het is vaak een teken dat de mezen door hebben dat de rupsenpiek wat later komt dan ze bij het begin van de eileg dachten, of dat ze het niet gemakkelijk hebben om hun energiebalans rond te krijgen. Met koude dagen kost het broeden veel meer energie, waardoor er vaker moet worden gegeten, en daardoor vertraagd de ontwikkelingsduur van de eieren. Allemaal wat technische prietpraat, maar de conclusie blijft dat de mezen dus wat traag zijn dit jaar.

Terwijl je in die nestkasten kijkt, zie soms ook heel andere dingen gebeuren, zoals bijvoorbeeld dat er opeens veel wespenkoninginnen actief geworden zijn. Anders dan bij honingbijen, begint ieder jaar een wespennest weer met een enkele koningin. Die moet een plekje vinden voor haar nest, en sommigen denken dat een nestkast daar heel geschikt voor is. Dus de afgelopen week vond ik opeens overal koninginnen die aan de overkant van de deksel een dun papieren bolletje aan het bouwen waren. Kwetsbaar in deze tijd, en de koningin moet alles zelf doen totdat er werksters komen (en vanaf dan moeten wij ze met rust laten). De vraag is altijd wel of die nestkasten echt geschikt zijn voor een wespennest, want negen van de tien beginnende nesten haalt het zeker niet. Maar misschien is dat in muizen- of spechtenholen niet anders, maar daar kijkt niemand systematisch in.

Nog een laatste spannende waarneming: ondanks dat er dus nog heel veel mannen geen vrouw hebben, vermoed ik dat ik nu toch een man heb die twee vrouwen heeft. Ik weet dat het niet eerlijk is, maar ik vind het wel komisch. En het vreemde is: die beide nesten liggen maar een meter of tien uit elkaar. Normaal hebben we geen nestkasten zo dicht bij elkaar, maar hier had ik jaren geleden een speciale kast voor een gekraagde roodstaart gehangen. Had toen bedacht dat het leuk is om die er als extra trekvogelsoort bij te hebben in de nestkasten. Totale mislukking, want nooit een roodstaart, maar de bonte vliegenvangers lijken erg van die kasten te houden. Dus op deze plek had ik vorig jaar een vliegenvanger in zo’n mooie houtbetonnen nestkast. Bijzonder onhandig, want hier kunnen we en de ouders slecht vangen, en kan ik ook niet met een camera opnamen maken om te kijken wat de ouders aan hun jongen voeren. Dus voorzichtig heb ik het nest overgezet. Na het seizoen is de houten kast blijven hangen, terwijl de ongebruikte roodstaartkast op de grond lag. Drie weken geleden bouwde de eerste vrouw haar nest op deze plek, en omdat er als buurman een roodstaart zat te zingen, heb ik die roodstaartkast maar weer opgehangen. En tot mijn verbazing vond ik daar vandaag dus een nieuw vliegenvangernest. Op geen enkele andere plek kwam vandaag een nieuwe vrouw aan, maar hier dus wel.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *