Het heeft er alle schijn van dat de hemel nu meehuilt in deze barre tijden. Alsof al die mensen die op het verleden hebben gestemd en tegen de toekomst door deze zondvloed geraakt zullen worden. Die zitten nu nog veilig droog in hun huizen.
De vliegenvangers daarentegen worden wel geraakt door dit koude en natte weer. Vanochtend ging ik een van de laatste nesten ringen, en wat ik aantrof stemde niet vrolijk. Hongerige jongen schreeuwden me aan om voedsel. Hoewel, de meesten waren al te verzwakt om nog echt goed te bedelen. Waar een jong van zeven dagen oud toch minstens 10 gram moet wegen, was geen enkel jong in dit nest zwaarder dan acht gram. De kleinste stakker woog een schamele drie-en-een-halve gram. Ten dode opgeschreven. Je kan het aan het weer wijten, want kou en regen betekent hogere kosten om warm te blijven, en lagere baten omdat je ouders minder gemakkelijk insecten voor je kunnen vinden. Op een negatieve balans kan je niet groeien. Maar dat is hier niet het hele verhaal. Probleem is ook dat er geen vader lijkt te voeren. Ik vermoed dat die vader nog een ander broedsel heeft, en dat hij daar de voorkeur aan geeft. Moeder staat er dus alleen voor, en dat gaat fout als de omstandigheden het laten afweten. Die arme jongen zijn dan de dupe.
Ik prijs me gelukkig dat vrijwel alle jongen al zijn uitgevlogen. Maar misschien is dat wel naïef, want buiten die veilige nestkast lijden die jongen misschien nog wel meer van dit beroerde weer. Hoe vinden die nu voldoende voedsel, of is die vetvoorraad waarmee ze het nest verlaten een verzekeringspremie tegen dit soort dagen? Ik hoop het maar. Ik zie ze in ieder geval niet lijden, en ik hoop maar dat het morgen weer beter voor ze is. En dat ik ze volgend jaar weer terug zie als broedvogel.
Mooi stukje Christiaan, (mede) vanuit je hart geschreven.