Vanochtend is het warm, windstil en zelfs een beetje drukkend. Het voelt meer aan als juni dan als begin april. In de verte rommelt een donder. Het bos staat er prachtig fris bij, met de berken die met hun kleine blaadjes nu een fris-groene spikkeling geven. De krenten staan volop in bloei. Zelfs de eerste eiken lopen uit. Ongekend vroeg allemaal dit jaar. Sinds we hier begonnen te meten in 2007 zijn die bomen nooit zo vroeg geweest. Het lijkt er op dat de mezen dat niet helemaal door hebben, want pas vandaag zijn de pimpels echt begonnen te leggen. Dat is aan de vroege kant, maar we hebben zeker vroegere jaren gehad.
Waar de mezen er dus niet heel vroeg bij zijn, hebben we nog wel een kans dat we het allervroegste vliegenvanger-ei gaan krijgen. Vandaag de eerste nestbouw door een vliegenvangervrouw, toevallig of niet in de nestkast die aan de vroegst uitlopende eik in het gebied hangt. Interessant is dat ook vorig jaar hier de vroegste vliegenvanger broedde. Dan zou je denken dat het dezelfde vrouw wel is, maar dat is zeker niet waar. De vrouw die daar nu bouwt heeft geen ring om, terwijl we die van vorig jaar zeker wel een ring hebben gegeven. Ons allervroegste ei werd gelegd op 20 april 2020, dus deze vrouw heeft nog 11 dagen om dat record te breken. In dit soort warme voorjaren kunnen vrouwen snel een nest bouwen en voldoende voedsel bij elkaar scharrelen om met eileg te beginnen. Het wordt spannend de komende dagen of het gaat lukken.
Vandaag ook de eerste slachtoffers van het mezentuig. We hebben al drie dode bonte vliegenvangermannen gevonden die door koolmezen de schedel waren ingehakt. Het is een jaarlijks terugkerende gruwel, maar ik kan niet aan de indruk ontkomen dat die vliegenvangers het deels aan zichzelf te wijten hebben. Terwijl er nog overal lege kasten beschikbaar zijn in het bos, lijken vliegenvangers een soort morbide aantrekking te hebben voor kasten die al door mezen bezet zijn. Niet ieder jaar is het even erg, maar dit jaar belooft weer een grote slachtpartij te worden. Het begin van eileg van de mezen valt immers samen met de massale aankomst van de vliegenvangers. Dat zorgt altijd voor problemen, want die mezen zijn een groot deel van de dag niet thuis als ze aan het leggen zijn. En die vliegenvangers lijken niet te beseffen dat als je zo’n nestkast ingaat en de mees komt wel even thuis, dat dit een vrij zeker doodsvonnis is. In het ergste jaar hadden we niet minder dan 28 slachtoffers, wat neerkomt op een kleine 10% van alle broedende mannen in een jaar. Heel vervelend voor al die slachtoffers, maar voor de populatie vliegenvangers lijkt het niet veel uit te maken. Er lijken immers veel meer mannen dan vrouwen te zijn, en de slachtoffers zijn bijna zonder uitzondering man. Laten we hopen dat het mee gaat vallen, maar voor ons onderzoekers is dit niet te voorkomen, ook als we dat al hadden gewild.
Tja…zo kan het allemaal zomaar voorbij zijn, Dwingeloo, 8 april 2024.
De schedel opengehakt en de hersenen opgegeten, Dwingeloo, 8 april 2024.
Ten slotte was het een memorabele dag omdat vandaag de eerste fluiter al zat te zingen. Ook zo’n Afrikaganger, en vroeger was het één van de laatst aankomende soorten die pas de laatste week van april ten tonele verscheen. Nooit verwacht dat die er ook al zouden zijn, maar de afgelopen dagen vast ook meegelift met het Saharazand. We zullen op de eerste koekoek vast ook niet lang meer hoeven te wachten.
Verschrikkelijk!! Je zou bijna een nooduitgang overwegen. Bijna tien procent dat is me nogal wat…