Eigenlijk ben ik wat buiten mijn boekje gegaan vandaag. We hebben de stelregel dat we niet starten met het vangen van ongepaarde mannen voor 10 mei. In de praktijk betekent dit dat we vrijwel alle ongepaarde mannen die dag ook bijna vangen. We zijn gewoon nieuwsgierig naar wie dat zijn, maar belangrijker nog zijn we wat bevreesd dat die mannen verdwijnen voordat we hun identiteit hebben kunnen vaststellen. Dan is onze inspanning van al dat vroege opstaan en de afgelopen 30 dagen elke dag het bos in gaan voor die man verspilde moeite geweest. Want dit soort gegevens hebben zoveel meerwaarde als je de identiteit kent, en daarmee mogelijk ook die van zijn ouders, grootouders of zelfs nog verder terug in de stamboom. Daarvoor hebben we zijn ringnummer nodig, en daarvoor moeten we hem in handen hebben.
Ik kon dus niet echt wachten, vooral omdat er zoveel ongepaarde mannen zijn, en er nu af en toe al één verdwijnt. Dus ik ben vanochtend maar gaan vangen. Dat is bijzonder simpel met een valletje dat we in de nestkast plaatsen. Die mannen hebben immers de neiging om toch regelmatig die nestkast in het gaan, en daarmee vangen ze zichzelf als het ware. Maar wij moeten ze er wel uithalen. Dat ging vandaag uitstekend: ik heb er wel 15 gevangen. Veel van die mannen waren geringd, en dan heb je opeens zijn hele historie op je computerscherm. Zo’n vreemde man die in 2021 is geboren, en die we pas vorig jaar voor het eerst zagen. Vier jaar oud, maar zonder bij ons in de nestkasten te komen. Het blijft interessant dat die vliegenvangermannen zo vaak een paar jaar overslaan voordat ze gaan broeden.

Een grappige waarneming was het braakballetje dat ik van een bonte vliegenvanger vond op de deksel van een nestkast. Heel af en toe zie je ze wel eens hannesen met iets in hun keel, en dan spugen ze vaak zo’n braakballetje uit. Niet met haren en muizenkaakjes zoals bij uilen, maar met allerlei insectenpoten en -schildjes die slecht verteerbaar zijn. De meeste insecteneters doen dit af en toe, hoewel ik geen idee heb hoe vaak ze zo’n braakballetje op braken. Als je op de grond gaat zoeken naar zo’n uitgebraakt balletje dan is die niet te vinden, maar deze lag dus mooi op de nestkastdeksel. En voor de kritische lezer: ja, dit kan ook van een roodborst zijn, of van een heggenmus, of zelfs van een winterkoning of zwartkop. Maar er broedt een vliegenvanger in deze kast, dus laten we het maar op een vliegenvangerbraakbal houden.