De afgelopen week hadden deze stukjes toch een wat verontruste ondertoon. Elke dag het bos in is geenszins een straf, maar (helaas) kom ik niet alleen (of vooral?) om te genieten van dat prachtige voorjaarsbos. Ik moet daar dagelijks zijn om de aankomst van de vliegenvangers goed te kunnen registreren, en omdat er bijna een week bijna helemaal geen verandering in zat begon ik toch wat ongerust te worden. Het zou toch niet dat dit alles is? Dan zou het wel een heel raar jaar zijn (waarbij gezegd moet worden dat wij ieder jaar als een heel raar jaar bestempelen).
Maar gelukkig, de afgelopen dagen is een tweede golfje aan vrouwen aangekomen. Op sommige plekken waar drie dagen geleden nog wel zes mannen op korte afstand van elkaar zaten te zingen, is het opeens een stuk stiller geworden. Die mannen hebben dus niets voor niets zo lang zitten te zingen. Dat betekent niet dat er niet nog een grote club mannen is die nog ongepaard is: het gaat nog zeker om een kwart van de mannen, en in het gebied Dwingelderzand heeft zelfs tweederde van de mannen nog geen vrouw. Maar ik zeg tegen die mannen: houd vol, want het kan nog best. In de onderstaande figuur heb ik de waarnemingen van Richard uit het Drents-Friese Wold en van mijzelf (Dwingelderveld) samengevat, en is dat nieuwe aankomstgolfje duidelijk te zien. Dus er was een hoge aankomstgolf van vrouwen tussen 13-15 april, maar daarna kwam er heel weinig aan. Maar de afgelopen vier dagen is het opeens weer beter, en met een beetje geluk houdt dit nog even aan. Zo’n tweetoppige aankomst van vrouwen hebben we eenmaal eerder gehad in de 19 jaar dat we dit nu bijhouden: dat was in 2014. En als ik het me goed herinner spookte het toen een tijd in het Middenlandse Zeegebied, en werden de vliegenvangers daar vast tegengehouden. Nu is dat wat minder duidelijk, hoewel ik laatst dus wel schreef over de harde Noordwesten wind in Marokko. Het is voer voor uitgebreidere analyses, maar die kan je alleen maar doen als je de data hebt. En daarvoor gaan we dus dagelijks weer van dat mooie bos genieten, maar vooral ook om die vogels goed te bekijken, zodat we ze steeds beter leren snappen.

Momenteel hebben we ongeveer 140 vrouwen die zijn aankomen, en 210 mannen. Dat aantal mannen is heel erg zoals we de laatste jaren gewend waren, maar die 140 vrouwen is wat aan de magere kant. In de afgelopen jaren zaten we altijd wel boven de 160-170 vrouwen. En waar ik vier dagen geleden vrijwel berustte in een echt veel lager aantal, begin ik toch weer goede hoop te koesteren dat het geen heel beroerd jaar gaat worden.