In ons onderzoek zijn we op zoek naar grote patronen, maar tegelijkertijd komt een deel van de lol uit de kleine anecdotes. Die anecdotes stapelen zich weer op nu we veel vliegenvangers aan het vangen zijn. Voor de reeds geringde vogels is het iedere avond weer smullen wanneer je de gegevens in mag voeren, en je de levensgeschiedenissen aan je voorbij ziet trekken.
Sommige van die terugvangsten laten je beseffen dat je heel veel niet ziet. Zo ving ik een paar dagen geleden een vrouw met ring in het Dwingelderveld. Ik weet best veel van haar dit jaar, bijvoorbeeld dat ze op 28 april aankwam, op 35 april (sorry, 5 mei) haar eerste ei legde, en dat ze nu op vijf eieren zit te broeden, en wie haar partner is. Maar de databank vertelt me dat ze al in 2019 is geringd als broedvogel nabij Oude Willem, in het Drents-Friese Wold zo’n 15 kilometer verderop. Toen was ze vermoedelijk één jaar oud, ze kwam op 29 april aan, en legde op 9 mei haar eerste ei. Toen waren het er 7. Dat klinkt als een enorme hoeveelheid detail van deze vrouw, maar interessant genoeg weten we niets van de tussenliggende vier jaar. Deze vrouw is dus nu minstens zes jaar oud (wat niet jong is voor een vliegenvanger!), en van die zes jaar weten we maar van twee jaar wat ze heeft gedaan. Die andere jaren heeft ze vast gebroed, maar waar dat was weten we niet. Aan de andere kant: er zijn tal van mogelijkheden: alle vakantiewoningen hebben minstens één nestkast (en dat zijn er veel in dit deel van Drenthe) en ook de dorpen barsten van de nestkasten. En in de bossen zijn steeds meer natuurlijke holten beschikbaar waar goed in gebroed kan worden.
En dan was er het vreemde nest in nestkast 681. Hier werd vanaf 30 april gebouwd, en op 4 mei was het nest echt klaar. Op 6 mei verwacht je dan het eerste ei, maar niets daarvan. Ook niet de daaropvolgende dagen. Zou die vrouw weer vertrokken zijn? Opgegeten? Maar de man zit niet te zingen, en het nest blijft opvallend goed in tact. Op 11 mei tref ik de vrouw aan in de nestkast, maar zonder ei. Op 14 mei schiet de vrouw de kast uit wanneer ik aan kom lopen. Nog steeds geen ei. Vandaag weer hetzelfde. Ik vermoed dat deze vrouw op leeg nest zit te broeden. Problemen met de eileg. Bij vliegenvangers zien we dat niet vaak, maar bij mezen komt het wel eens voor. Deels kan het kalkgebrek zijn, maar deels ook iets met het reproductieve apparaat dat niet meer werkt. Ik wil graag weten wie zij is, en wat ik anders nooit doe ik deze tijd bij vrouwen: ik zet een klepje in de nestkast om haar te vangen. Niet lang daarna zit ze opgesloten in de nestkast en haal ik haar eruit. Ze is gelukkig geringd en ze blijkt een oudje dat opvallend plaatstrouw is. In 2019 werd ze ook geringd, en in dat jaar schatten we op basis van haar verenkleed dat ze al minstens twee jaar oud moest zijn. Dus dan is ze nu al zeven jaar, waarmee ze wel in de top 1% van de oudste vogels komt (we hebben maar 22 van de bijna 3000 geringde volwassen vrouwen die minstens zeven jaar oud zijn geworden). Ze werd op nog geen 130 meter van deze plek geringd. In 2020 keer ze terug op geen 100 meter vanaf deze plek. In 2021 is ze weer present, nu zo’n 500 meter verderop. In 2022 is ze er weer, nu maar 50 meter vanaf de plek waar ze nu zit. En in 2023 is er ook, en waar ze de jaren daarvoor steeds vijf of zes eieren had gelegd, zat ze ook in 2023 op een leeg nest te broeden. Dat was het enige “legsel” zonder eieren dat wij hebben geregistreerd in de afgelopen 17 jaar bij bonte vliegenvangers in onze nestkasten (van de >4500 legsels!). Je kan zeggen dat dit een zeldzaamheid is: ze is extreem oud, en legt consistent geen eieren meer. Een soort menopauze, waarbij met het strijken der jaren de vruchtbaarheid opeens stopt. Maar blijkbaar wist ze dat zelf niet, want anders had ze net zo goed geen nest kunnen bouwen. Benieuwd of ze volgend jaar nogmaals terugkeert, hoewel de kans maar klein is. Het is natuurlijk maar een anecdote, waar wel weer een grappige. Dat houdt mij op de been om morgen gewoon weer te gaan vangen. Wie weet!