5 Mei 2024: Waarom we verandering interessant vinden?

Volgens mij waren de eerste ecologen zo’n 100 jaar geleden meer bezig met de stabiliteit van de natuur, dan met het registreren van verandering. Zij verbaasden zich er over dat veel vogelpopulaties redelijk stabiel waren van jaar tot jaar, terwijl de omstandigheden sterk konden variĆ«ren. Ze waren natuurlijk ook bezig met verandering, bijvoorbeeld van vegetatie-ontwikkeling, maar zagen dat vaak ook als proces dat naar een eindstadium leidde. Het algemene idee was dat de natuur relatief stabiel was, en veel van het onderzoek richtte zich er op om dat te verklaren. In mijn eigen veld waren terugkoppelingsmechanismen daarbij populair: door voedsel of nestgelegenheid was er een bepaalde draagkracht in een gebied. Wanneer de aantallen onder die draagkracht zaten, werden er veel jongen geboren en overleefde iedereen wat beter, waardoor de populatie groeide naar die draagkracht. Als die draagkracht werd overschreden, dan gebeurde het tegenovergestelde: minder jongen en slechtere overleving. Wanneer je die draagkracht als relatief stabiel beschouwt, dan krijg je hiermee dus relatief stabiele aantallen. Daar zijn allerlei nuances op te maken, en die zijn ook gemaakt, maar er was bij veel ecologen wel een idee van een stabiel systeem.

Tegenwoordig lijkt iedereen maar bezig met het registreren van verandering. De wereld verandert op zoveel manieren, en de vraag is of die natuur mee verandert? Het registeren van die verandering lijkt bijna doel op zich te worden, en er worden eindeloos veel artikelen gepubliceerd die laten zien dat er inderdaad trends zijn. Soorten die toe- of afnemen, groter of juist kleiner worden, vooral vroeger gaan broeden (maar soms ook later), en soms ook eerder zijn gaan trekken. Het lijkt bijna minder interessant te zijn om nog te schrijven over zaken die niet veranderen, terwijl je kan argumenteren dat het juist interessant is welke delen van de natuur wel, en welke niet veranderen. Of beter nog: de mate van verandering in verschillende delen van het systeem.

De ingewikkeldheid is wanneer de focus zo op verandering ligt, wat voor dingen je allemaal moet gaan meten om verandering te laten zien, en ook hoe lang je dan moet gaan meten. Wat als je geen verandering ziet in de dingen die je meet: is dat dan minder interessant? En de vraag is misschien ook wel: hoeveel verandert er altijd wel, ook zonder de enorme klimaatverandering waarin we nu zitten? Eigenlijk is de verandering op zich dus weinig interessant, het gaat er om om te begrijpen onder wat voor omstandigheden verandering optreedt, en wanneer niet. En wat er gebeurt als een deel van het systeem wel verandert, en een ander deel dat daarmee is verweven, juist niet. Begrip van ecologie gaat daarom om interacties tussen soorten, en die blijken altijd weer ingewikkeld te kwantificeren. Maar we doen ons best.

Dat idee over het belang van verandering kwam afgelopen dagen weer bij me op terwijl ik nestkasten controleerde in gebieden waar ik anders weinig kom. Het leek mij op te vallen dat de koolmezen hier vaker eischalen van slechtere kwaliteit legden. Die eitjes hebben vaak een wat doffe kleur, met het pigment niet als heldere donkerrode vlekken op een witte achtergrond. Soms zijn ze vaag roze, soms concentreert het pigment zich rond de stompe kant van het ei. Het is een teken van kalkgebrek, en in de jaren ’80 was dit in een deel van Nederland een groter probleem door de zure regen. Dit leek weer redelijk opgelost, maar door de opstapeling van alle stikstof in de bodem, verzuurt deze weer en kan dat kalkproblemen bij vogels veroorzaken. Dat manifesteert zich het eerst op kalkarme bodems, en misschien is dat sterker zo in het Drent-Friese Wold dan in het Dwingelderveld. Het zou interessant zijn om die verandering te registreren, maar eigenlijk hebben we dat slecht gedaan. Je kan immers niet alles vastleggen, maar kan hier dan later spijt van hebben. Toch is het wel interessant hier weer beter op te gaan letten. Toch foto’s maken van alle nesten? Als het echt een probleem zou worden, verwacht ik dat we dit zouden zien in het aandeel eieren dat niet uitkomt. En als ik daar zo door mijn oogharen naar kijk in al die gegevens die we hebben, dan is dit niet zichtbaar. Misschien een beetje opluchting dat dit juist niet lijkt het veranderen.

Koolmeesnest met deel slechte en deels goede eieren.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *