Het wil nog maar niet echt warm worden. Heldere nacht, mooie zonsopgang, ijs op de autoruit. De noordelijke stroming die we nu hebben lijkt een vrij algemeen verschijnsel te zijn zo in het voorjaar. Weet slecht of het een nieuw fenomeen is, maar de afgelopen jaren hebben we dit veel vaker. Denk je dat het voorjaar echt begint, draait die wind en zit je weer tijden in de kou.
De kou van vanochtend heeft een wonderlijk beeld in petto. Een vliegenvanger die op een lage tak zit te zingen, wordt gevangen door een zonnestraal, en met dat zingen stoot hij een treintje zangwolkjes uit. Magisch. Grappig ook om te bedenken dat we gewend zijn aan ademwolken van mensen, maar dat je dit bij vogels zelden ziet. Dat komt doordat vogels beter hun lichaamswarmte binnen kunnen houden bij uitademing. Maar ook omdat het maar kleine wolkjes zijn, die je misschien alleen maar kunt zien met dit lage tegenlicht. Het is de beloning voor vroeg je bed uitkomen.
Die lage temperatuur speelt de vogels die nu aan het leggen zijn wel parten. Normaal leggen zangvogels elke dag een ei, totdat hun legsel compleet is. Maar nu zien we legpauzes: dagen dat er geen ei wordt gelegd. De vroegste vliegenvangervrouw zou vandaag vier eieren moeten hebben gelegd, maar het waren er nog maar twee. Het zijn vast vooral die koude nachten, waarin de vogels moeten kiezen tussen of zichzelf warm houden of een ei produceren. En dat ei maken kan niet wanneer je jezelf niet warm houdt, dus eigenlijk is er geen keuze. Roeien met de riemen die je hebt.
Maar de kou heeft misschien ook wel een voordeel voor de vogels. De bomen lopen nu opeens veel minder snel uit, en ook de kleine rupsjes die net uit het ei komen, groeien maar langzaam. Hierdoor zal de rupsenpiek waar de vogels het zo van moeten hebben om hun kroost te voeden niet extreem vroeg zijn. Het vreemde van dit jaar lijkt nu te zijn dat de initiële uitloop van de bomen extreem vroeg was, maar mijn inschatting is dat die rupsenpiek dat dus niet gaat zijn. In echt vroege voorjaren kan die piek al rond 5 mei vallen, en dat zie ik niet gebeuren. Dat geeft veel van de vogels wat respijt. Ook de vliegenvangervrouwen die nu aanwezig zijn lijken nog niet veel haast te maken. We hebben nu slechts drie die aan het leggen zijn. Dat is extreem vroeg, en ik verwacht de komende dagen wel iets meer. Maar massaal zal het nog niet zijn. Er moeten nog veel vrouwen komen, en een deel van de vrouwen die er is, bouwt maar langzaam aan hun nest. Je vraagt je af waarom dat ze niet meer opschieten. Is het niet kunnen of niet niet willen? Met andere woorden: is voedsel beperkend of is het niet verstandig om nu al te beginnen als de rupsen toch pas later komen? We hebben dat drie jaar onderzocht door vliegenvangers in deze tijd bij te voeren met meelwormen. Zo zouden we die mogelijke voedselbeperking kunnen opheffen. En het resultaat? Dat extra voedsel maakt niet dat ze eerder leggen. Dus ze lijken niet beperkt te zijn, en wachten totdat de omstandigheden beter zijn. En wij wachten met ze mee.
“Een treintje zangwolkjes”, mooi!
“Is het niet willen of niet kunnen?” Niet kunnen, zeker weten. En als er wat te kiezen zou zijn, zou niet willen gebaseerd zijn op niet kunnen.🤔