20 April 2024: Spijt van de trek?

Stil, stiller, stilst. Waar ik me gisteren kon verbazen over al die vliegenvangers in het bos, die overal maar zaten te zingen, leken ze vanochtend verdampt. Het had een deel van de nacht en de vroege ochtend geregend, en het zoeken naar vliegenvangers is dan opeens een redelijk frustrerende bezigheid. Ik weet waar al die vliegenvangers ongeveer zitten in dat bos, maar als ze hun snavel niet open doen is het zoeken naar een speld in een hooiberg.

Ik vind het maar koud zo na weer een bui, en ik vraag me af of vliegenvangers ook een gevoel van spijt hebben dat ze nu in Nederland zijn. Of ze misschien heimwee hebben naar de warme omstandigheden in Afrika, waar ze kort geleden vandaan vertrokken zijn? Ik weet dat het een onzinnige gedachte is, want ten eerste denk ik dat het onwaarschijnlijk is dat ze dergelijke (menselijke) gevoelens hebben (hoewel je dat nooit zeker weet). Maar vooral is het onmogelijk te onderzoeken (en je komt het dus ook nooit te weten). Als ik vliegenvanger was dan zou ik op dit moment zeker heimwee hebben.

Opeens klaart het op, breekt de zon door de wolken. De vliegenvangers lijken er op te zitten wachten, en gaan opeens los. Overal wordt weer gezongen, hoewel het niet de uitbundige zang is van een lekker warme lentedag. Tussen het zingen door zie ik ze vaak als kolibries boven in de berken naar voedsel zoeken. Kleine prooitjes, waarschijnlijk bladluizen. Of ze duiken naar de grond, op zoek naar een spin of een mier. Het is vrijwel onmogelijk om echt te zien wat ze eten, hoewel ik gisteren een vliegenvanger tussen twee zangstrofes door een grote vlieg zag pakken. Zelfs met die vlieg in de snavel ging het zingen nog door. Gelukkig hebben we nieuwe mogelijkheden om dat dieet wel te kunnen bepalen: door het DNA van de gegeten insecten uit de poep van vliegenvangers als het ware af te lezen, krijgen we een goed beeld van wat ze eten. Dus ik ben als een kind zo blij als ik een vliegenvanger zie poepen, en probeer vervolgens dat poepje op de bosbodem te vinden. Vaak lukt het, maar soms frustreert het ook als je weet dat zo’n poepje zich onder je neus moet bevinden, maar je het niet kan vinden. Vandaag een top-poep-dag, met wel zeven poepjes van bonte vliegenvangers (en ook nog een roodborst en een boompieper). We doen dit nu al voor het tiende jaar, en krijgen dus langzamerhand een steeds beter beeld van hoe die vliegenvangers verbonden zijn met al die verschillende insecten die ook in dat bos leven. Hoe dat verandert in de loop van het seizoen, en of er grote verschillen zijn tussen jaren. Spannend om uiteindelijk te weten wat die vliegenvangers op een koude dag als vandaag eten. Het antwoord laat nog even op zich wachten, want het is nog een hele toer om van vliegenvangerpoep te komen tot een dieetschatting.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *