19 mei: Een andere fase

En toen was het ineens een stuk minder kijken en veel meer van hot naar her rennen, of is het meer sluipen, want vrouwen die zitten te broeden besluip je. Als je stil genoeg bent, kan je haar van het nest pakken maar dat lukt lang niet altijd. In de eerste fase van het seizoen lopen we door het bos om te kijken wie er wanneer uit Afrika aan komt. Ondertussen zie en leer je een hoop over het gedrag van vliegenvangers maar ook over wat er verder in het bos speelt. Nu zijn we vooral heel veel vogels aan het vangen en dat moet wel een beetje snel want het zijn er best veel in korte tijd, het is een gepiekt seizoen. Echt tijd om rustig rond te kijken is er nu dus veel minder. De leermomenten komen nu eigenlijk ’s avonds achter de computer, wanneer je in de database kan opzoeken wie je nu eigenlijk allemaal gevangen hebt.

Zo had ik deze week een aantal behoorlijk oude vrouwen die op vijf eieren zaten te broeden, kleine legsels zijn dat. Die zijn vast te oud om nog een fatsoenlijk legsel te produceren dacht ik direct. Tot ik op het Aekingerzand een vrouw ving die geboren is in 2016, dit jaar wordt ze zeven. Er zijn vrouwen die ouder werden maar toch zit ze met haar leeftijd al bij de top. De absolute top haalt ze echter met het aantal jongen dat ze liet uitvliegen, die eerste plaats haalde ze vorig jaar al met haar veertig kinderen maar dit jaar zit ze ook nog eens op zeven eieren. Absolute buitencategorie! Hoe doet ze dat!

Nu al de top. In de eerste kolom het ringnummer van de vrouwen die veel jongen lieten uitvliegen, in de tweede kolom het aantal jongen dat ze in hun leven lieten uitvliegen . De vrouw van het Aekingerzand staat nu al bovenaan en met een beetje mazzel nog zeven erbij dit jaar.

Zou het zijn omdat haar hele Nederlandse leven zich op het Aekingerzand heeft afgepeeld? Ze werd er geboren en broedde in alle jaren erna binnen een straal van 200 meter van haar geboorteplek, ze moet het terrein wel door en door kennen. Vergelijking met vrouwen die minder plaats trouw zijn is echter lastig omdat die meestal niet jaarlijks in een nestkast van ons broeden. Zo zijn er vrouwen die we pas op vijfjarige leeftijd voor het eerst zien. Waar hebben die dan altijd uitgehangen? Die laatste vraag kunnen we niet beantwoorden maar we kunnen wel kijken of er in onze data iets te zien is van verouderende vliegenvangers en het effect van ouderdom op bijvoorbeeld broedsucces (volgens mij zijn daar weinig aanwijzingen voor).

Oja, bij mij zijn de vrouwen (denk ik) een stuk lichter dan in de vliegenvangerhemel van Christiaan. In het noorden van het studiegebied is het ook een stuk rustiger met de rupsen, daar geen poepregens en kaalvraat. Zouden die vette vrouwen bij Christiaan profiteren van de rupsen? Toch leeft de recordvrouw op het op het oog karige Aekingerzand. Er valt nog een hoop te leren.

Toch nog maar even in de database gekeken of mijn vrouwtjes echt van die scharminkels zijn in vergelijking met de vrouwen in de hemel. In de hemel wegen de vrouwen iets meer dan 15 gram (41 indivuduen) en in het noorden toch een halve gram lichter (57 individuen), maar dat moet natuurlijk allemaal netjes statistisch getoetst worden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *