Vogels kennen geen weekends, en dus gaan wij elke dag weer vol goede moed het veld in. Mijn oren zijn ondertussen scherp afgesteld op bonte vliegenvangers. Waar ik het begin van het seizoen uitkeek naar iedere nieuwe zingende bonte vliegenvanger, begin ik ondertussen bijna een hekel te krijgen aan die zingende mannen. Terwijl ik nu door het bos loop, hoop ik bij elke volgende vliegenvangerman dat hij juist niet meer zingt. Als ze stil zijn betekent dat vaak dat ze gepaard zijn geraakt, hoewel we ook gevallen hebben dat mannen echt lijken te verdwijnen.
Vanochtend was zo’n heerlijke ochtend, waarop het bos mooi was met de opkomende zon door het fris groene bladerdak, en waarop er veel vogels zaten te zingen. Helaas dus ook vrijwel alle bekende bonte vliegenvangers. Je kan het heerlijk overzichtelijk noemen, hoe je van de ene zingende man naar de andere loopt. Even checken of hij de kenmerken heeft die bij deze plek horen, en dan weer door naar de volgende. Maar zoals ik gisteren al schreef: het duurt bij mij nu wel heel lang zonder dat er nieuwe vliegenvangervrouwen bijkomen. Ik zit nu op 30 vrouwen op de 80 mannen, en van die 30 hebben er ondertussen al 22 gelegd. De afgelopen tien jaar had ik deze drie plots altijd meer dan 60 nesten (behalve in 2022, toen het er 51 waren), dus die 30 is maar de helft! Je kan zeggen dat ik gewoon ongeduldig ben, en dat er eerdere jaren zijn geweest waarop we op 27 april nog maar de helft van de vrouwen hadden die waren aangekomen. Bijvoorbeeld vorig jaar, en toen kwam opeens tussen 28 april-1 mei een golf van wel 40% van alle vrouwen aan. Of in 2012 toen op 27 april nog maar 40% van de vrouwen aanwezig was. Ik kan ook troost krijgen uit 2014, toen er nog een tweede aankomstgolf was die pas aankwam tussen 6-12 mei. Naar dit soort oude gegevens kijken is deels mijn eigen onrust bezweren. En tegelijkertijd hoor ik van Richard dat het bij hem in de Drents-Friese Wold minder kommer en kwel is. Vreemde verschillen die we volgens mij niet eerder hebben meegemaakt.
Vandaag nog maar eens het koolmezennest gecheckt dat nu vier dagen oud is. Ik was er bij de geboorte wat negatief over, maar alle zeven jongen die toen uit het ei kropen zijn gelukkig nog in leven. Maar bij de opening van de kast bleken ze wel erg hongerig: allemaal opengesperde snaveltjes. Als de omstandigheden goed zijn gebeurt dit niet. Maar ze zijn niet slecht genoeg om jongen dood te laten gaan. Gelukkig maar.
