9 juni 2025: toch geen tweede broedsels?

Het veldseizoen loopt nu echt op haar einde: de meeste jongen zijn gewogen, en wanneer ik jongen heb gewogen terugzet in hun nestkast wens ik ze altijd een goede reis naar Afrika. En spreek ik de hoop uit om ze in de toekomst weer terug te zien. Natuurlijk zal dat niet voor ieder jong gaan gelden, en dat is maar goed ook, want anders zou de wereld spoedig vergeven zijn van de vliegenvangers. En ook voor het onderzoek zou het niet interessant zijn wanneer al die jongen zouden overleven, want dan kunnen we immers niets meten van de selectie die plaatsvindt. Ons onderzoek is dus gebaat bij dode vliegenvangers, zeker wanneer we een patroon kunnen vinden van welke jongen dood gaan, en welke juist overleven. In het algemeen is het zo dat vroeg geboren jongen beter overleven, maar niet ieder jaar is dat even sterk. Dat is voor ons onderzoekers dus interessant.

Iets anders wat mij intrigeert zijn die vrouwen die na het uitvliegen van een succesvol broedsel nogmaals een nieuwe broedpoging doen. Die beginnen zo rond 1 juni, en zowaar hadden we dit jaar weer zo’n klein piekje met van die heel late nesten. Waar ik hoopte op die tweede broedsels, hebben we tot nu toe geen enkel bewijs daarvoor gevonden. Dat bewijs moet worden geleverd door de ringen die de vrouwen dragen. Dus als we nu op die late broedsels vrouwen vangen met een ring die we ook al hebben afgelezen bij een eerste broedsel, dan pas weten we dat het een echt tweede broedsel is. Van de vier late broedsels die ik volg hebben twee vrouwen geen ring, de ander heeft een combinatie die ik verder niet heb in dit terrein, en de laatste heb ik gevangen. Zij blijkt een één jaar oude vrouw te zijn die ik ook nog niet eerder ving. Grappig is dat ze bijna “thuis”is gekomen: ze werd vorig jaar geboren op nog geen 100 meter van de kast waar ze nu in broedt. Om heel eerlijk te zijn: dat we deze vrouwen niet eerder hebben gevangen betekent niet dat ze geen tweede broedsel maken. Ze kunnen immers buiten ons terrein al succesvol hebben gebroed, en nu voor hun tweede broedsel één van onze nestkasten hebben uitgezocht. Wat ik me vooral herinner van de (echte) tweede broedsels die ik eerder had, was dat die vrouwen tijdens de incubatie al sterk aan het ruien waren. Die wilden blijkbaar niet wachten. De enige late vrouw die ik nu ving was nog niet in de rui. En benieuwd of de vrouwen die ik komende dagen hoop te vangen dat wel zijn.

De ongepaarde mannen lijken het nu echt voor gezien te houden: een heel enkeling zingt soms nog zijn liedje. De rest zit met zijn hoofd alweer in Afrika. Nog even ruien, en dan vanaf half juli vertrek naar het warme zuiden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *