Opeens lijkt het seizoen wel heel erg snel te gaan. Van de meeste vliegenvangernesten zijn de eieren nu wel uitgekomen, en van de vroegste nesten zijn de jongen uitgevlogen. Nu wordt het spannend of er mogelijk nog vrouwen voor een tweede broedsel gaan. Er zitten nog volop mannen te zingen, die soms al zes weken iedere dag weer hopen op een vrouw.
Er is één man die ik het het meeste gun om nog gepaard te raken. Het is de zevenjarige man waarover ik al eerder schreef: die heeft in zijn hele leven nog geen enkel jong grootgebracht Zevenjarige. Deze man heeft weer iets interessants gedaan. Eerder dit seizoen zat hij weken te zingen in plot Dwingelderzand bij nestkast 868. Ik ving hem daar op 8 mei. Hij had ook al in 2020 en 2022 in dit terrein zitten zingen, maar maakte in 2023 de overstap naar terrein Dwingeloo, zo’n vijf kilometer oostelijker, waar hij vorig jaar ook zat. Dit jaar dus terug naar het Dwingelderveld, maar gisteren zat hij opeens te zingen in plot Dwingeloo. Dus gedurende het seizoen heeft hij in twee gebieden geprobeerd om een vrouw te krijgen. Dit geeft dus aan dat mannen (maar ook vrouwen) die pas laat in een gebied arriveren, mogelijk niet direct uit Afrika komen, maar eerst buiten één van onze nestkastgebieden een eerdere broedpoging hebben gedaan. Hoe ver ze binnen een seizoen kunnen verhuizen weten we niet: maar een paar keer eerder hebben we dit soort verplaatsingen gezien. En gisteren had ik nog een vergelijkbaar geval: op een nestkast waar net een vliegenvangerbroedsel was uitgevlogen zat een man te zingen die ongeringd was. Het kon dus niet de vader van dit jonge gezin zijn, en is dus ook een man die later in het seizoen is verhuisd.