10 mei 2025: zoveel vogels, maar nesten vinden is een kunst.

Ik dacht vandaag verstandig te zijn, en mezelf wat rust te gunnen door de wekker pas om half 7 te zetten. We zitten immers in de periode dat het even rustiger is met de vliegenvangers: bijna iedereen is wel aangekomen, en de vrouwen zitten te broeden. Vrijwel alle ongepaarde mannen heb ik ondertussen gevangen, en vandaag hoefde ik er ook niet voor de studenten te zijn. Maar helaas, mijn interne wekker bleek nog op 5 uur te staan, en ik werd door de merel in het schemerdonker wakker gezongen. Slapen lukt dan niet meer, dus dan kan je maar beter het bos in.

Het ochtendbos.

Wat was het weer mooi in dat vroege ochtendbos. De zon die door de frisgroene kruinen van de eiken kijkt, de wielewaal die jodelt, de grasmussen die hun krassende liedje zingen, de zwartkoppen met hun eindeloze verhalen. Het vreemde is altijd dat er verder niemand is om daar ook van te genieten. Voor mij is dat eenzame bos een groot geluk, maar de rest van Nederland weet niet half wat ze missen. En dan heb ik het vanochtend ook niet eens heel druk (denkt mijn optimistische brein altijd weer aan het begin van een nieuwe dag). Zonder drukte, en zonder studenten is het misschien mogelijk om weer eens nesten van sommige van die andere vogelsoorten die ook in het bos broeden te vinden. Wij kijken naar de vogels wel heel erg door de bril van de nestkasten, terwijl het overgrote deel van de vogels die hier broedt geen enkele interesse in een nestkast heeft. Sommige soorten broeden hoger in de bomen, zoals de appelvinken, houtduiven, grote lijsters, terwijl andere soorten juist hun nest in het dichte struikgewas maken, zoals zwartkoppen, heggemussen en winterkoningen. En dan is er ook een groep soorten die op de grond broedt. Hoe stom kan je zijn, want daar lopen vossen, marters en bosmuizen zo tegenaan, en die lusten allemaal wel een ei of kuiken. Daar hebben die vogels natuurlijk wat op gevonden, en al die nesten zitten bijzonder goed verstopt.

Ik heb nooit goed leren nesten zoeken. Misschien ontbreekt me de rust er voor, maar uiteindelijk heb je ook een goed zoekbeeld nodig van waar je echt moet zoeken. Veel gebeurt er ook in je ooghoeken, waar je even een flits ziet (of vaak ook niet) die je naar een nestplaats kan leiden. En je moet ook goed bedacht zijn op alarmerende vogels. Van de grondbroeders zijn fluiters het allergemakkelijkste. Ik heb daar in voorgaande jaren al vaker in verbazing over geschreven, want als je eenmaal het trucje kent, dan is een fluiternest in 80% van de gevallen een peulenschil. Ten eerste is het verstandig dat je weet waar fluiter mannen hun trillende zang laten horen, en vooral ook wanneer dat opeens minder wordt. Het is niet zo dat ze net als bonte vliegenvangers helemaal stil vallen, maar de zang wordt wat meer aarzelend. Kom je dichterbij, dan beginnen ze te alarmeren: een wat klagelijk “juuuup”. Dan moet je gaan opletten, want het kan goed zijn dat je in de buurt van het nest bent. Zowel wanneer het nest in aanbouw is (dat is nu) als wanneer er jongen zijn is die klagelijke alarmroep een goede indicatie. Vandaag stond ik zo te kijken naar een fluiterpaar, die af en toe alarmeerde, en terwijl ik op slechts vijf meter afstand stond, dook de vrouw naar beneden. Ik kon niet heel goed zien waar ze precies indook, maar toen ze opvloog had ik het nest in aanbouw snel gevonden. Vaak zit het onder een pol pijpestrootje, waarbij je de ovale opening pas kunt zien als je echt door de knieën gaat. Het liefst maken ze het onder een paar dode takken die horizontaal maar enige decimeters boven de grond staan/liggen. Dat was dus een gelukje.

Fluiternest met mospruik

Er zijn goede en slechte fluiterjaren, en dit jaar lijkt geen slecht fluiterjaar te worden. Op allerlei plekken zitten nu mannen te zingen, en zeker nu ik zo weinig vliegenvangernesten heb, hou ik die fluiters maar beter in de gaten. Dus een paar honderd meter vanaf dat eerste fluiternest zingt de man ook weer wat weifelend, en laten ze ook dat mooie “juuuup” weer horen. En omdat ik niet heel veel haast heb probeer ik nogmaals mijn geluk. En weer binnen een paar minuten duikt de vrouw omlaag, en vind ik mijn tweede nest in aanbouw. Dit fluiternest bevindt zich onder een soort van pruik van mos, waarvan ik denk dat de vrouw die daar zelf heeft gebouwd. Ik prent de plek weer goed in mijn geheugen, want het is niet altijd gemakkelijk om nogmaals zo’n nest te vinden, zelfs als je min of meer weet waar het moet liggen. En terwijl ik iets verderop een nestkast met uitkomende vliegenvangereieren bekijk, zie ik vanuit mijn ooghoek iets snel naar de grond vliegen. Het gaat zo snel dat je gemakkelijk kan denken dat er helemaal niets was. Maar wanneer ik ga kijken blijkt er nog een fluiternest in aanbouw te zijn. Op nog geen 50 meter van het vorige nest, en misschien zijn het wel twee vrouwen van dezelfde man. Ook dat komt bij fluiters voor, net als bij bonte vliegenvangers.

Zo kan ik nog wel even doorgaan over die andere soorten. Tot mijn vreugde vond ik bijvoorbeeld vandaag ook een fitisnest. Bijna hetzelfde vogeltje, bijna hetzelfde nest, maar die fitisnesten zijn notoir veel moeilijker om te vinden omdat fitissen zich veel geheimzinniger rond hun nest gedragen. Vreemde variatie, en je zou denken dat fitissen daardoor een veel hoger nestsucces zouden hebben dan fluiters, maar dat blijkt niet het geval. Een rare speling der natuur. Maar zo sprokkel ik tegenwoordig dus ook wat broedbiologische gegevens bij elkaar van andere soorten, en verwijd ik mijn blik wat verder dan alleen die nestkasten. Er zit zeker muziek in de vergelijking van soorten, en we proberen nu vooral te bekijken wat voor insecten al die verschillende soorten insectenetende vogels consumeren.

Tot slot nog even als on-Nederlandse waarneming de zes kraanvogels die samen met zes ooievaars over de hei stapten. Voor mij is dat nog steeds Oost-Polen, maar tegenwoordig kan het gewoon op het Dwingelderveld. Het geeft maar aan dat we als Nederland ook kunnen kiezen voor mooie natuur als we maar grote gebieden maken, die voldoende rust hebben. We hebben dat gedaan op een aantal plekken in het land, maar Nederland kan zoveel mooier. Dan komen die mooie vogels dus vanzelf wel.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *