Gelukkig zijn dit soort natte dagen een zeldzaamheid in het veldseizoen. Zelfs deze natte mei is het zelden gebeurd dat we dingen niet konden doen vanwege het weer. Maar vandaag was wel een worsteling, ook omdat we precies in de piek zitten waarin ouders moeten worden gevangen en jongen moeten worden geringd. En je wilt eigenlijk niet dat als de jongen het al wat moeilijk hebben door de regen, ook nog eens wat moeilijkheid toevoegen door die ouders te vangen. Toch heb ik dat een beetje gedaan, maar er zijn nauwelijks jongen die echt laten merken dat ze hongerig zijn. Als dat zo is dan bedelen ze ook naar mij als ik de nestkast open maak, en dat heb ik nog niet meegemaakt.
De meeste jongen die we nu meten zijn ook allemaal goed op gewicht. Een gram of 11 tot 13 als ze een week oud zijn, en rond de 14 gram wanneer ze 12 dagen oud zijn. Bij de vroege nesten waren vrijwel alle jongen van een week oud in hetzelfde nest ongeveer even zwaar. Die waren allemaal op dezelfde dag uitgekomen, omdat de moeder pas begon te broeden toen zij alle eieren had gelegd. Maar nu hebben veel broedsels een duidelijke Benjamin, die vaak maar een gram of negen weegt wanneer we de jongen ringen op een leeftijd van zeven dagen oud. Of ik moet preciezer zijn, want we meten vanaf het uitkomen van het eerste jong, en deze Benjaminnen zijn gewoon een stukje jonger. Ze kwamen één of zelfs twee dagen later uit dan de rest van het broedsel, omdat hun moeders begonnen te broeden voordat alle eieren gelegd waren. Het is een manier om wat tijd te winnen, want het grootste deel van de jongen komt dus eerder uit en kan beter profiteren van de rupsenpiek die nu alweer voorbij is. Als er weinig voedsel is gaat zo’n jong ook snel dood, maar in de meeste gevallen vliegt het gewoon uit. Wanneer we de jongen op dag 12 voor een tweede en laatste maal wegen en meten, dan zijn die Benjaminnen vooral nog te herkennen aan hun kortere vleugel. Vaak zijn ze op dat moment al even groot en zwaar als hun wat oudere broers en zussen, maar zo’n vleugel haalt die groei niet zo gemakkelijk in. Ik weet eigenlijk niet of de kans dat zo’n nakomertje overleeft en als broedvogel terugkeert, lager is dan voor de rest van het broedsel. Dat is niet zo moeilijk om eens uit te zoeken.
Vandaag dan eindelijk met zekerheid een man gevonden die twee vrouwen heeft. Ik had al wat moeite om de man in nestkast 59 te vangen, ondanks dat er wel acht jongen waren. Maar nu blijkt hij ook 50 meter verderop in nestkast 54 een broedsel te hebben (gehad). Dat was een heel vroeg broedsel, en daarvan zijn de jongen inmiddels uitgevlogen. De uitkomst in nestkast 59 was wel negen dagen later, en daar voert hij nu dus ook. Gelukkig maar, want voor een vrouw alleen zijn acht jongen niet te behappen. En al helemaal niet wanneer het een groot deel van de dag regent. Dit was ook het enige nest vandaag waar ik de jongen ook echt heb horen bedelen, en daar dus wat honger heerste. Een ontaarde vader, maar wel een succesvolle, want hij laat dit jaar 12 jongen uitvliegen.