Als je het mij vraagt is die aankomstpiek van de afgelopen dagen kort en relatief hevig geweest. De afgelopen drie dagen is er bijna niets meer bijgekomen, en ik verwacht dat we het hiermee zo ongeveer moeten doen. Er blijft vast nog wel iets bijkomen, maar veel zal het niet meer zijn.
Gisteren beschreef ik al dat vooral die ongepaarde mannen nog hevig zitten te zingen. Het paradoxale is nu dat plekken waar je veel vliegenvangers hoort, er juist wel eens weinig echt zullen broeden. Hoe stiller hoe beter, want hoe meer mannen een vrouw hebben. Het Dwingelderzand lijkt heel wat, met elf mannen die zitten te zingen. Het is vaak ook een soort kluitjesvoetbal, want die mannen lijken graag in de buurt van elkaar te zitten zingen. Vast een goede manier om vrouwen uit de lucht te trekken. Maar hier is dat schijnbaar slecht gelukt, want tegenover die elf ongepaarde heren, staan maar acht mannen die een vrouw aan zich hebben gebonden. Aan de andere kant is het gebied bij het Lange Veen ook goed voor nog tien ongepaarde mannen, terwijl er daar 31 paren tegenover staan. En in sommige plots in het Drents-Friese Wold is het echt stil geworden: daar heeft bijna elke man nu een vrouw.
Bij sommige van die late aankomers mag je gaan betwijfelen of het echte aankomst uit Afrika is, of dat die vogels elders hebben zitten zingen. Eén man die pas sinds enkele dagen aanwezig is, ziet er zo verfomfaaid uit, dat ik hem ervan verdenk dat hij op andere plekken verschillende robbetjes met mezen heeft uitgevochten voordat hij hier is neergestreken. Of is zijn beroerde verenkleed een gevolg van zandstormen over de Sahara? Helaas zal hij het niet vertellen.
Terwijl we zo in het voorjaar die vliegenvangers intensief volgen, raak je er soms één kwijt. Gebeurt eigenlijk opvallend weinig, en vaak zijn dat vogels die één dag ergens zitten te zingen en zich dan misschien toch ergens anders vestigen. Maar vandaag vond ik bij twee nestkasten langs de Torenlaan geplukte vliegenvangers. Sperwerprooien. Bij de ene kast zat een man te zingen, en lagen twee eitjes. Mogelijk is de vrouw gepakt tijdens de leg. Dit is vast een moment van kwetsbaarheid, want ze zijn veel zwaarder en daardoor minder wendbaar als ze die eieren gaan leggen. Aan de andere kant: de staartpennen in de plukresten leken bijzonder donker, dus misschien toch een man. Morgen maar eens checken of er een ei bij is gekomen.
Ik vind het maar jammer dat die sperwers tegenwoordig bijzonder schaars zijn in deze bossen. Het is jammer om bekende vogels te verliezen, maar het hoort er een beetje bij. En wanneer je dan ringen in de braakballetjes vindt, dan weet je tenminste wat de doodsoorzaak is. Voor het eerst sinds lange tijd lijk ik overigens een actief sperwernest in één van mijn plots te hebben. Maar hopen dat die niet door havikken wordt gepredeerd, want dat is het lot van veel van die sperwernesten de afgelopen jaren. En terwijl ik dit schrijf, realiseer ik me dat ik misschien het hele seizoen tot nu toe nog geen enkele havik heb gezien. Opvallend, want die waren altijd duidelijk aanwezig. Die doen het tegenwoordig slecht, wat dan weer goed nieuws kan zijn voor de sperwers.