De afgelopen tijd waren we belabberde bloggers. Maar het was ook even alle hens aan dek. Voor de vliegenvangers, want die werken zich rot om hun kroost groot te krijgen. En ook voor ons, want dit is de echte oogsttijd. We vangen de ouders als ze hun jongen voeren, en dan pas weten we echt wie ze zijn en wat hun geschiedenis is tot nu toe.
Die geschiedenissen zijn soms opmerkelijk. De meest in het oog springende was van man BB.97963. Op basis van zijn ringnummer vermoedde ik al dat het geen jonkie zou zijn.Hij bleek in 2016 geringd te zijn. Niet als nestjong, maar op basis van het verenkleed schatten we hem toen als minstens twee jaar oud. Minimaal dus negen jaar oud, dus negen maal op en neer naar Afrika gevlogen. Dat is minstens tweemaal om de aarde! Deels door ons ingrijpen heeft hij een aantal jaar niet kunnen broeden. Wij hadden toen vrijwel alle vrouwen van die plek naar Zweden gebracht. Misschien kon hij daarom wel zo oud worden, want hij hoefde zich niet uit te sloven om jongen te voeren. We zouden eens moeten kijken of alle mannen van die plek in die jaren beter overleefden.
Nu zit ik in het zonnetje te wachten totdat een schuwe vrouw zich ook laat vangen in de nestkast. In de drukke tijd baal ik daar van, maar nu voelt het ontspannen. Rond mij zitten verschillende boompiepers te zingen. Hoger in de lucht lululuut een boomleeuwerik zijn ietwat melancholieke lied. Verder weg judeljoot een wielewaal. Ik begrijp slecht waarom deze vrouw zo super schuw is, maar ondertussen weet ik goed dat ook vliegenvangers verschillen in persoonlijkheden. Soms baal je daar van, maar het maakt dat het zelden saai is. Ik vind het wel verbazingwekkend dat die vrouw zo goed ziet dat er iets veranderd is aan die nestkast. Eigenlijk kan je alleen aan de binnenkant zien dat er iets loos is, en daar binnen is het verdraaid donker als je als vliegenvanger je hoofd in die nestopening steekt. Maar blijkbaar zien ze met hun grote ogen bijzonder goed in die donkere omgeving.
Terwijl ik zo in het zonnetje zit, worden verderop automatisch gegevens verzameld door andere vliegenvangerparen. Ik heb een nestkast zo omgebouwd dat er een fotocamera achter past, met de lens gericht op de nestopening. Een ingenieus systeem zorgt er voor dat iedere keer dat een vogel naar binnenkomt er een foto wordt gemaakt waarop we de prooien goed kunnen zien. Elke dag zijn het weer andere paren waarbij ik dit trucje uithaal en de meeste paren accepteren dit, maar sommigen ook niet. Daar moet ik na een uur alles weer weghalen en in de oorspronkelijke toestand terugbrengen. Dezelfde persoonlijkheidsvariatie. We kennen dus alleen het dieet echt goed van die vogels die zich weinig aantrekken van dat je aan hun nestkast rommelt. Nu maar hopen dat die vliegenvangers min of meer hetzelfde eten, en ons beeld van hun dieet dus niet heel scheef is.