Bestaat het gemiddelde jaar wel? Ieder jaar zeggen we tegen elkaar: ‘het is weer een raar jaar’. Dit jaar zijn de woorden nog niet letterlijk zo gevallen maar een raar lijkt het jaar al wel.
In alle terreinen is het sprokkelen met de vliegenvangers, één of hooguit het vermoeden van twee in een terrein. Maar op het Dieverzand is dat heel anders, daar zitten al minimaal twaalf mannen op een kluitje. Misschien zag ik vandaag zelfs een vrouw, al twijfel ik nog een beetje want het is wat uiterlijk betreft dan wel een vrij mannelijke vrouw. Man nummer drie (zie 8 april) slooft zich in ieder geval flink uit voor haar/hem, eromheen fladderen, naar de nestkast lokken en steeds meevliegen overal waar zij/hij gaat. Totaal geen agressie en na een uur waren ze nog steeds samen. Gedragsmatig lijkt het een vrouw maar qua uiterlijk heeft het meer van een man. Het zou wel een hele vroege vrouw zijn.
De mogelijke vrouw kijkt toe terwijl de man zich uitslooft om haar naar binnen te lokken.
We hebben eigenlijk niet eerder zulke grote verschillen tussen terreinen gezien. Hoe zou dat nou komen? Misschien trekken al aanwezige vliegenvangers overvliegende vliegenvangers naar beneden met hun geroep? Dat principe gebruiken sommige ringbanen ook, daar spelen ze geluid af om vogels naar beneden in de mistnetten te lokken. Je kunt je wel afvragen wat het effect van deze methode op de vogels is. Maar als vliegenvangers door hun soortgenoten naar beneden getrokken worden, waarom dan niet in andere jaren? En waarom op het Dieverzand en op andere plekken niet? Gebruiken ze soortgenoten om te bepalen of een plek geschikt kan zijn? Zo loop je iedere dag weer met een hoofd vol vragen door het bos.